Kilo’s lichter de kerk uit

De podcast ‘Daders’ ging deze keer over Gerrit. Zijn voornaam is echt, zijn achternaam werd niet genoemd, wel dat hij 18 jaar in de gevangenis had gezeten en daarna nog drie maanden TBS. Gerrit had zijn schoonvader in koelen bloede vermoord en twee politieagenten ernstig verwond. De interviewer wilde alles weten over het hoe en waarom. En ik ook, want wanneer hoor je nu het levensverhaal van een echte moordenaar?! Spannend toch? Echter, na enige tijd maakte mijn nieuwsgierigheid plaats voor medeleven. Gerrit vertelde dat hij een teruggetrokken bestaan leidde en spijt had van zijn daden. (Bijna) iedere dag denkt hij terug aan wat hij gedaan had. En wat mij bijzonder raakte: hij vreest de dag dat hij voor de hemelse Rechter moet verschijnen, zo vertelde hij.

Als ik zijn schoonvader had gekend of de politieagenten waarop Gerrit geschoten had, dan had ik misschien gedacht: ‘Mooi, ga jij je leven maar gebukt onder een groot schuldgevoel’. Nu zette deze opmerking me aan tot een stevige zelfreflectie. Vind ik iemand nog steeds een moordenaar wanneer hij zijn straf heef uitgezeten? Ook wanneer hij spijt heeft van zijn daden? Heeft Gerrit ook mijn oordeel te vrezen wanneer ik hem zou ontmoeten?

Volgens mij draagt Gerrit iedere dag een zware last van schuldgevoelens met zich mee. Verzwaard door de samenleving (jij en ik dus) die hem nog steeds ziet als een moordenaar. Verzwaard door zijn beeld van God als Rechter die nog met hem zal afrekenen.

We willen als kerk een huis van genade zijn. Een kerk waar mensen een tweede kans krijgen. Waar we verkondigen dat Christus alle schuld op zich heeft genomen en we ‘no longer slaves’ zijn. We zouden als christenen Gerrit met open armen ontvangen (toch?) zodat hij beetje bij beetje zijn zware last bij het kruis kan achterlaten. En een nieuwe start kan maken.

De kans is klein dat Gerrit onze gemeente binnen wandelt. Hij woont in het zuiden van Nederland. Maar stel dat niet Gerrit maar Hendrik of Peter of Sandra of Erika die ook iedere dag kilo’s schuld meetorsen, wél bij ons in de buurt wonen, zouden zij weten dat je bij ons kilo’s lichter de kerk kunt verlaten? Of nog iets dichterbij: weten jij en ik als (trouwe) kerkganger dat we ieder zondag kilo’s kunnen kwijtraken? Wie wil dat nou niet? Zou je zeggen…

‘Een God van genade’, we gaan ervoor!
Harry van Wieren

Uit het gemeenteblad Cifrah - augustus 2022

De Fûgelhelling

Op een maandagavond een paar weken geleden was ik boven nog wat werkzaamheden aan het doen toen een van de onze zonen bij mij kwam om te vragen of ik wilde helpen met folders lopen. Hij had er het weekend geen tijd voor gehad en met een door buienradar aangekondigde fikse regenbui op komst begon hij hem te knijpen. Dus ik trok de regenjas en laarzen aan om hem te helpen. Mijn werk kon later op de avond ook nog wel; die folders moesten vandaag door de brievenbus vallen.

Al wandelend met een stapel folders fladderde er een piepklein koolmeesje langs mij neer in het gras. ‘Och, beestje toch’, bedacht ik en ik liep eerst door om vervolgens te kijken of hij er nog zat. Enigszins beduusd en ook wel moedig piepend zat het daar in de inmiddels al beginnende regen. ‘He, wat onhandig nu en stom ook’, waren mijn gedachten toen ik het van de grond pakte om te bedenken wat ik ermee moest. Toen besloot ik het eerst maar mee te nemen en zo belde ik aan bij een naburig huis voor een doosje waar ik ook nog een poging deed het koolmeesje afhandig te raken. Helaas was de buurtbewoner minder begaan en wenste mij met doosje en koolmeesje het allerbeste.

In de fietstas werd het koolmeesje eerst maar meegenomen op route en intussen belde ik met de Fûgelhelling. Die wilden zich wel ontfermen en voor half tien zou ik het vogeltje zeker nog langs kunnen brengen. Haastig liepen we in de inmiddels stromende regen onze route en doorweekt gingen we negen uur huiswaarts waar mijn computer nog steeds smeekte om aandacht. Compassie komt veelal zo onhandig uit!! Een droge broek en de autosleutels waren snel gepakt en ruimschoots voor half tien bereikte ik de Fûgelhelling waar ik het koolmeesje overhandigde.

In de dagen daarna was ik wat aan het mijmeren over dit voorval. Naast de onhandigheid en slechte timing waarop ik met ontferming bewogen werd waren er meer levenslessen die dit koolmeesje mij leerde.

In Mattheus 6:26 gebruikt Jezus in de Bergrede een vogel als beeld van Gods trouw en zorg voor ons. ‘Kijk naar de vogels in de lucht (of het natte gras): ze zaaien niet en oogsten niet en vullen geen voorraadschuren, het is jullie Hemelse Vader die ze voedt.’

Kijk naar de vogels, die overmoedig hun vleugels uitslaan, menen al te kunnen vliegen, het warme nest al te kunnen verlaten om eigen weg te gaan. Als er dan al een mensenkind begaan is met die overmoed, met een piepend vogeltje in het gras. Hoeveel te meer zal je Vader in de Hemel dan niet moeite doen om een doosje te vinden, je daarin te stoppen en door de regen op pad te nemen richting een Fûgelhelling waar je mag aansterken, mag bijkomen om het daarna weer opnieuw te proberen.

Kunnen wij dat voor elkaar zijn? Een paar warme handen openhouden? Een doosje aanreiken? Aan wie vermoeid is, verward en angstig is, aan wie ziek en verzwakt is. Wil je dan een Fûgelhelling zijn? Waar je broer of zus even kan schuilen? Kan aansterken? Ook wanneer het niet uitkomt, de timing zo ongelukkig is en de omstandigheden verre van ideaal?

Een lieve medewerker van de Fûgelhelling beoordeelde bij overhandigen het inmiddels weer driftig piepende koolmeesje en besloot het gauw bij ‘de anderen’ te plaatsen. ‘Met een beetje hulp vliegt deze gauw.’ Want dat is waar koolmeesjes voor gemaakt zijn. Vliegen!

Hanna Swart

Uit het gemeenteblad Cifrah - juni 2022

Alleen bij God vindt mijn ziel rust

Alleen bij God vindt
mijn ziel haar rust
van Hem komt mijn redding
Hij alleen is mijn rots en
mijn redding,
mijn burcht, nooit zal ik wankelen.
Psalm 62

Vandaag zou het een zonnige dag zijn, zo’n heerlijke lentezondag. Buiten zie ik een boom vol bloesem die straalt in de regen, naast bomen die er zo doods uitzien, dat je je afvraagt of er nog leven in komt. Het is een gekke tijd. Niet alleen in de natuur, ook in de wereld.

Eén man valt Oekraïne binnen omdat hij vindt dat het van hem (of moedertje Rusland) hoort te zijn. De acties van die ene man, omweven met leugens of op zijn minst halve waarheden, beïnvloeden de hele wereld. Tekort aan gas. Tekort aan graan, te kort aan eten voor met name de armere contreien. En ondertussen raken we bijna gewend aan de verschrikkelijke foto’s van vluchtelingen. Ik stel me voor dat het ons overkomt. Het huis waar we nu een aantal jaren zo hard aan gewerkt hebben, in puin. Ons spaarpotje dat we opbouwen voor pensioen (als zelfstandige ondernemer), daar kunnen we niet meer bij. De spulletjes die we met veel liefde bij elkaar verzamelden, worden geroofd, kapotgeschoten, vernietigd. De hypotheek blijft staan. Nico moet in het leger, ik moet alleen vluchten, mijn ouders, willen die mee of liever in Twente blijven? Mijn kinderen? Die hebben een eigen leven, dus alleen?  Waar moet ik heen? Geen medicijnen bij de hand, geen passende kleding – hopelijk nog een harde schijf (met mijn diploma’s gedigitaliseerd), en met alleen nog mijn leven. Maar wat is daar nog van over …

Als ik er zo over nadenk, word ik bijna misselijk van machteloosheid; een gevoel dat ook overheerst wanneer je de beelden van overstromingen in Australië ziet, een realiteit die je niet voor mogelijk had gehouden in juist dat land. Ook daar raken mensen alles kwijt, en moeten zichzelf opnieuw uitvinden.

Dichter bij huis, bereiden we ons voor op ons PowerParent weekend, voor mensen met verscheurde huwelijken, mensen die zichzelf volledig kwijtraakten, zichzelf opnieuw moeten uitvinden, omdat alles hen bij de handen afgebroken is in de scheiding. Verdwenen het zelfrespect, relaties, je huis en haard in veel gevallen, soms je baan. Je herinneringen besmeurd, wat was waar, wat blijft staan? Bij iedere bijzondere gebeurtenis met kinderen, waar beide ouders worden verwacht weer de confrontatie en pijn.

Of nog heftiger: vechten mensen; jong en oud voor hun leven tegen ziektes die menselijkerwijze niet te overwinnen zijn. Heer ontferm u.

David kende de realiteit van gebrokenheid op alle mogelijke manieren. Hij kende zijn eigen verlangens die hem tot verkeerde keuzes hadden geleid: overspel, moord. Hij wist wat het was om zelf vervolgd te worden door hooggeplaatsten (koning Saul) en zijn kinderen (Absalom), hoe hij het liefst moeilijke dingen en de confrontatie die erbij hoorde uit de weg ging (verkrachting in zijn gezin) als hij het niet met zijn vuisten kon uitvechten. Hij was een krijgsheer, goed in het voeren van oorlog, een tacticus. Hij genoot van het leven als dat kon, hij weet waarover hij spreekt. Had in al zijn menszijn en gebrokenheid een diepe relatie met God. Vriend – noemt God hem.

Als we het van iemand serieus mogen nemen is het van David: alleen bij God vindt mijn ziel rust. De wereld blijkt niet maakbaar. We dachten dat we aardig de controle hadden misschien, maar het blijkt een illusie. Tegelijkertijd zien we dat onze invloed klein is. Dat grote woorden gebruiken makkelijk is, maar dat de bijbehorende daden (en haar consequenties) voor ons moeilijk zijn; want ‘What’s next’?

We willen zo graag dat alles een beetje bij het oude blijft … een beetje liefde, een beetje vrede … Alleen bij God vindt mijn ziel haar rust. Dicht bij Hem blijven. Weten dat Hij onze rots en redding is. Leven vanuit de wetenschap dat wat ons ook overkomt, Hij met ons is. Erkennen dat we het niet moeten hebben van ons leger of onze materiële zaken.

Dat bid ik ons allemaal toe: de wetenschap dat de macht van God is, dat Hij liefdevol is en letterlijk onze vrede is. Het kwaad van vernietiging dat steeds meer gezichten krijgt, is overwonnen in het kruiswerk van Christus. Laten we in die wetenschap elkaar vasthouden, bemoedigen en steunen. Laten we ook vanuit die werkelijkheid ons uitstrekken naar de vluchtelingen, de moeders en hun kinderen, veraf en dichtbij en zo deelgenoten en getuigen zijn van die vrede – die alle verstand te boven gaat.

Want de bomen gaan weer bloeien, wapens zullen worden omgesmeed tot ploegscharen, we strekken ons uit, vol verlangen, naar die vrede!

Marja Krans 

Uit het gemeenteblad Cifrah - april 2022

Historische ervaring

We zitten met zijn allen in een historische ervaring. We maken een pandemie mee, zoals die alleen in geschiedenisboekjes voorkomt. In 2009 werd voor het laatst een pandemie afgekondigd door de WHO, de zogenaamde Mexicaanse griep. Waar we nu inzitten, had een eeuw geleden tot een immens drama geleid, misschien wel vergelijkbaar met de Spaanse griep.

Wat die vergelijking betreft komen we er goed voor weg. Alleen, je zult maar een dierbare hebben verloren of nog steeds kampen met naweeën van een besmetting. Dat verdriet blijft, ook als zo’n pandemie achter de rug is. Dat kan zomaar tot een tweedeling leiden: getroffenen en niet getroffenen. Laten we daarom als straks alles weer, mag oog houden voor hen die alles niet meer kunnen of durven.

Wat ook een tweedeling oplevert is de manier waarop gevaccineerden en ongevaccineerden met elkaar omgaan. Het lijkt er op, dat als je doet wat ik goed vind (behave) en je mijn overtuiging deelt (believe) je er bij mag horen (belong). Laten we daar overheen stappen met elkaar. Er is geen enkele reden om bang voor elkaar te zijn. Je ongevaccineerde broeder of zuster is niet melaats of zo. Ook dan nog zou Jezus hem of haar overigens gewoon aanraken. Andersom is je gevaccineerde broeder of zuster ook niet gevaarlijk. Wat we wel beiden zijn, is broeders en zusters door het geloof in Jezus Christus, die samen een historische gebeurtenis hebben meegemaakt.

Als Jezus nu op aarde had rondgelopen, had Hij naar mijn overtuiging nog steeds mensen uitgenodigd met de woorden: ‘Volg Mij.’ Daarbij vroeg Hij niet om een QR code. Hij nam geen select gezelschap gelijkgestemden mee, in tegendeel. Het zal voor de vrijheidsstrijder Judas de Zeloot best pittig geweest zijn toen Jezus tegen de tollenaar Mattheüs zei: ‘Volg Mij.’ Zomaar iemand uit het andere kamp, waarmee hij moest optrekken. Zou Jezus hen misschien aan elkaar gekoppeld hebben toen hij zijn discipelen er twee aan twee op uitstuurde?

Toen de eerste lockdown werd afgekondigd, zeiden we tegen elkaar: ‘Mooi, even doorpakken, dan zijn we er met Pasen vanaf.’ Dat lijkt uit te komen, alleen twee jaar later dan gedacht. Nu de maatregelen in Engeland worden ingetrokken, is het niet ondenkbaar dat de rest van Europa  binnenkort ook weer open gaat. Opnieuw een historische ervaring. Ik hoop dat u niet zo verzot bent geworden op TV kerkdiensten, dat u die inruilt voor samenkomsten aan de Brouwerssingel.

Ik heb het vaak genoemd: ‘Je kunt op internet veel betere preken horen en veel betere muziek dan bij ons.’ (niet persoonlijk bedoeld!) Maar elkaar ontmoeten en samen koffiedrinken gaat niet online. Ik hoop u binnenkort weer live te mogen ontmoeten zonder QR code. Ik ga u niet vragen of u wel of niet gevaccineerd bent. Ik heb het liever met u over Jezus en wat Hij voor u en mij betekent. Dat is per slot van rekening een ervaring met eeuwigheidswaarde.

Ik hoop tot spoedig, Gods zegen,
Willem Boorsma

Uit het gemeenteblad Cifrah - februari 2022

Alles nieuw

Advent is een tijd van aftellen. Aftellen voor wat gaat komen. Dit zorgt voor verwachting, omdat we iets groots én moois buiten onszelf verwachten. Als ik zelf een aftelklok meemaak, word ik bijna automatisch naar de klok getrokken. Soms wil ik niet kijken, maar doe ik het wel. Telkens opnieuw wordt mijn oog naar de klok getrokken. Ik wil het moment namelijk niet missen.

Met advent hoeven we niet meer af te tellen voor de geboorte van Jezus Christus. Die is gekomen en Hij is dé reden waarom wij leven en samen gemeente zijn. Dat mogen we van harte vieren. Ook mogen we erover vertellen. Advent en kerst zijn mooie feesten om geloof te delen en wat extra voor onze directe omgeving te doen. Mijn gebed is dat we daar ook dit jaar creatief in zullen zijn.

Toch tellen we met elke advent ook opnieuw af voor de komst van Jezus Christus. Hij komt een tweede keer. Deze komst is in bijna al zijn facetten anders dan zijn eerste. Met Kerst kwam Hij als baby, straks als Koning. Toen als martelaar, straks als Overwinnaar. Toen uit de baarmoeder van Maria, straks komt Hij op de wolken. Toen voor een paar mensen zichtbaar, straks zal elk oog Hem zien. Door Jezus is én wordt alles nieuw.

Soms krijgen liederen een bijzondere betekenis, doordat je ze koppelt aan een belangrijke fase of gebeurtenis in je leven. Voor mij is dat op dit moment het lied ‘Alles nieuw’ van Eline Bakker. Hierna een prachtig deel van de liedtekst:

U hebt de macht te restaureren
Dat wat van schoonheid is beroofd
In de vallei ontstaat nieuwe hoop
U wilt altijd iets moois creëren
Uit dat wat woest en ledig is
U blaast mijn kille hart nieuw leven in
U maakt alles nieuw

Alles nieuw, alles nieuw
Geen berg is te hoog
Geen dal te diep
U maakt alles nieuw

U bent in staat te renoveren
Dat wat verloren is verklaard
Vanuit de as zal ik weer opstaan
U laat zich niet intimideren
Door de bombarie van het kwaad
Daar waar U bent kan angst niet bestaan
U maakt alles nieuw, alles nieuw

Mijn gebed is dat deze liedtekst je intens raakt en aanmoedigt. Deze liedtekst doet mij telkens opnieuw denken aan Openbaring 21: 3-5 (HSV)

3 Ik hoorde een luide stem vanaf de troon, die uitriep: ‘Gods woonplaats is onder de mensen, hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal als hun God bij hen zijn. 4 Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij.’ 5 Hij die op de troon zat zei: ‘Alles maak ik nieuw!’ – Ik hoorde zeggen: ‘Schrijf het op, want wat hier wordt gezegd is betrouwbaar en waar.’

Johannes moest schrijven, zodat wij het konden horen en lezen. Het is betrouwbaar en waar. Vanaf het begin wil Vader wonen onder mensen. Hij laat zich kennen als Schepper en Herschepper. In én door ons geloof zijn we nu al een nieuwe schepping. Hoe bijzonder is het dat we straks deze herscheppende kracht in zijn volle glorie gaan zien, meemaken én wij voor altijd met God in nabijheid mogen leven. Met dit perspectief snap ik dat mijn ogen telkens opnieuw naar de aftelklok worden getrokken. Ik kan bijna niet wachten van enthousiasme en verlangen tot elk detail zichtbaar is.

Mag ik vragen hoe jij deze tekst, het enthousiasme en verlangen ervaart? Probeer eens vanuit deze tekst naar jezelf en je directe omgeving te kijken. Wat zie je dan? Welke verwachting groeit? Hoe zet het je in beweging? Misschien heb je veel antwoorden, misschien een paar. Kies er vandaag eentje uit en pas het toe of ga het doen. Ik ben benieuwd naar de verhalen die volgen.

Ik bid je van harte zegen en nabijheid toe!

Martijn Rienstra

Uit het gemeenteblad Cifrah - december 2021

Wees welkom Geest van God

Afgelopen zondag zongen we een lied wat me raakte:
Laat uw vrede en blijdschap regeren in dit huis.
Vul het met vreugde en maak het tot uw thuis.
Een veilige plaats, in de schaduw van het kruis.

Wat een mooie tekst, passend bij de weg die we gaan als gemeente. Ons verlangen is dat Gods vrede en blijdschap woont in ons midden. Dat Gods heerlijkheid zo aanwezig is, dat het een thuis en een veilige plek is. Een gemeenschap waar het kruis van Jezus centraal staat. Het is zo mooi dat dit kruis als een zichtbaar teken in onze kerkzaal hangt. Het lijden, sterven en de opstanding van Jezus is het fundament van ons leven en van onze gemeenschap. Door Hem zijn we verbonden met God en met elkaar.

Dit leven met Jezus werkt door in ons leven, het volgende couplet zegt:
Leer ons te leven uit liefde, zoals Jezus heeft gedaan.
Leid ons in waarheid en wijs ons waar te gaan.
Spreek tot ons hart, opdat wij U verstaan.

Waar Jezus het middelpunt is, woont liefde. Jezus wijst ons persoonlijk en als gemeente de weg. Wij weten niet wat voor ons ligt, maar God weet het wel en Hij wil voorzien in wat nodig is.

Het refrein nodigt Gods Geest uit om het huis te vullen:
Wees welkom, Geest van God.
Wees werkzaam onder ons.
Ga ons niet voorbij, vervul ons hier en nu.
Vul dit huis met meer van U.

Wat geweldig dat we zo dit nieuwe seizoen in mogen gaan. Ons uitstrekkend naar de Heilige Geest en groeiend in vrede en liefde. Verbonden met elkaar en op weg om een ‘(t)Huis van genade’ te zijn.

Wilma Oosterhuis

Beluister lied Opwekking 788

Uit het gemeenteblad Cifrah - oktober 2021

Een vals akkoord

Herbie Hancock is een wereldberoemde jazzpianist die samen met Miles Davis (ook een zeer beroemde jazzmuzikant, trompettist) optredens geeft. In een YouTube filmpje vertelt Herbie over een specifiek concert wat hij samen met Miles en nog een paar ander muzikanten geeft. Dat optreden gaat bijzonder goed, ze zitten echt helemaal in de juiste flow. Totdat Herbie plotseling een totaal verkeerd akkoord aanslaat op zijn piano. ‘It sounds like a big misstake’ (het klinkt als een grote fout) vertelt hij en van schrik stopt hij met spelen. De topmuzikant Miles reageert echter heel bijzonder: hij stopt heel even met spelen en vervolgens pakt hij het ‘valse akkoord’ op om een nieuwe wending aan het muziekstuk te geven. Herbie zegt: ‘Miles zag het niet als een fout maar als iets wat gebeurt om het vervolgens te verwerken in iets nieuws’.

Als je je leven als een muziekstuk ziet wat je samen met anderen speelt, dan zit hierin ook een mooie les voor ons. We doen allemaal ons uiterste best om in ons leven mooie muziek ten gehore te brengen. Maar soms slaan we een totaal verkeerd akkoord aan, het klinkt vals, het doet pijn aan de oren. Hoe mooi is het dan dat God niet van slag is, maar van onze valse akkoorden een nieuw muziekstuk weet te maken. En je uitnodigt om weer mee te spelen. ‘Dat is hoe we groeien’, zegt Herbie.

Hoe mooi is het wanneer we als gemeente diezelfde houding hebben. De ‘valse’ noten van de ander en jezelf (!) accepteren, met elkaar geduldig zoeken naar een nieuwe toonhoogte en met elkaar verder spelen. Zo gaan we samen met vallen en opstaan achter Jezus aan. Speel je mee?

Harry van Wieren

Uit het gemeenteblad Cifrah - augustus 2021

Het verschil maken

Ikzelf zal mijn schapen weiden en ze laten rusten, spreekt God, de Heer. Ik zal naar de verdwaalde dieren op zoek gaan, verjaagde dieren terughalen, gewonde dieren verbinden, zieke dieren gezond maken. Ezechiël 34, 11 – 17

4 uur in de ochtend … Een prachtig fluitconcert, met medewerking van minimaal twee welgetrainde merels die met al hun kracht, de longen uit hun kwetsbare lijf aan het zingen zijn … ‘De vogels zingen Zijn eer’ – schoot door me heen terwijl ik, klaarwakker nu, luister. Zij maken het verschil. Het tijdstip komt me misschien niet super uit, maar het verschil maken, dat doen ze.

Ze doen niets bijzonders. Ze doen waar ze goed in zijn, in dit seizoen van hun leven. We horen ze vast ook beter door de rust die in de binnenstad van Roosendaal is ontstaan na corona. Tussen 4 en 6 uur is normaliter in het weekend het tijdstip van de terugkeer van notoire stappers.

Een paar weken terug hadden we het over het verschil maken. Soms denken we dan gelijk aan hoog verheven grootse dingen. Maar ik ben ervan overtuigd dat God ons inzet, met wat we in huis hebben, in het seizoen van het leven waarin we ons bevinden. We hoeven geen speciale dingen te doen: gewoon de relatie met God onderhouden en vanuit die relatie naar Hem luisteren, door Hem gekoesterd, beschikbaar zijn en durven gaan.

En op tijd stoppen: rusten is in de bijbel een belangrijk begrip. En als we verdwalen, of door omstandigheden verjaagd zijn, weg bij de Vader, ziek of gewond … dan is de Vader daar weer om ons te omarmen.

In ‘Reisgenoten’ van S.G. Brown, stond een metafoor van een meisje dat voortdurend bloemen zocht en die enthousiast naar God toebracht, keer op keer. Tot het moment dat Hij haar stopte en vertelde dat het Hem niet om de bloemen, maar om haar ging: niet wat ze deed voor God, maar de relatie met God telde voor Hem. Zo maakt Hij, zo maken wij; voor Hem en elkaar, het verschil.

Marja Krans

Uit het gemeenteblad Cifrah - juni 2021

Jezus en de lente

De maandtekst van de Hernhutters voor de maand april is Colossenzen 1:15, waar staat:
Beeld van God, de onzichtbare, is Hij, Eerstgeborene van heel de schepping.

April is de maand waarin de lente echt volop zichtbaar wordt. Overal zie je lammetjes, jonge eendjes, de voorjaarsbloemen bloeien en in de tuin wordt weer van alles gezaaid en geplant. Overal wordt nieuw leven geboren en dan zegt Paulus: Christus is de Eerstgeborene van heel de schepping. Alles wat ooit was, wat er nu is en wat er ooit komt is door Hem ontstaan en in Hem geborgen.

Al dat nieuwe leven wordt voor velen in onze gemeente overschaduwd door het einde van een leven. De absurde Corona tijd werd voor ons allemaal nog absurder toen onze broer Klaas werd geveld door deze onvoorspelbare ziekte. Zomaar in enkele weken tijd werd zijn aardse tempel afgebroken door het virus. Op 12 maart hebben we afscheid van zijn lichaam genomen in de zekerheid dat de echte Klaas thuis is bij de Eerstgeborene van de schepping. Desondanks zullen we moeten wennen aan het tijdperk zonder Klaas. Dat geldt in het bijzonder voor Herma en de kinderen en kleinkinderen, maar ook velen binnen Open Thuis en daarbuiten zullen hem gaan missen. En dan al die onzichtbare klusjes nog die Klaas altijd deed. Sommigen zullen we pas ontdekken op het moment dat er iets ineens niet gebeurd is, omdat Klaas dat altijd deed zonder dat wij dat wisten. Bijzonder dat 12 maart eindigde met een regenboog, het teken van Gods trouw.

Terwijl het lichaam van Klaas thuis lag, werden in zijn stal lammetjes geboren. Alsof God even wilde onderstrepen dat de dood niet het einde is, maar dat er altijd nieuw leven zal zijn. Daar mogen we bij stilstaan als we de maand april beginnen met het paasfeest. Uitgerekend de eerste maand zonder Klaas begint met de overwinning van Jezus Christus over de dood. Dat was en is de bron van onze troost en als we dichtbij die onzichtbare, eerstgeborene blijven zal dat ook de bron van onze troost blijven. Laten we elkaar daarbij goed vasthouden als een van ons dat eens even kwijt mocht zijn.

Het leven pakt de draad weer op. De lente is onweerstaanbaar en alles bruist weer van leven. Mijn gebed is, dat Jezus net zo onweerstaanbaar mag zijn in uw en mijn leven en dat Zijn lente het gaat winnen van het verdriet. Onzichtbaar, onweerstaanbaar en eerstgeboren is Hij aanwezig.

Een boog in de wolken als teken van trouw, staat boven mijn leven, zegt: Ik ben bij jou!
In tijden van vreugde, maar ook van verdriet, ben ik bij U veilig, U die mij ziet.

Gods zegen, Willem Boorsma

Uit Gemeenteblad Cifrah - april 2021

Vruchten van de Geest

Ook een stukje?
In de afgelopen jaren wel eens nagedacht over de vruchten van de Geest? Vast wel. Ik ook, het is al jaren onderdeel van mijn wensenlijstje, want ja, ik wil best een stukje meer geduld, vriendelijkheid, vrede en liefde in mijn leven. ‘Toe maar Heer, want dat is wel handig om te hebben’, bid ik dan. Zo ben ik jaren omgegaan met Galaten 5:22-26 en 1 Korinthe 13:4-13. Kortgeleden ben ik me opnieuw gaan verdiepen in deze vruchten van de Geest en ineens begrijp ik dat ik het nog niet helemaal begrepen had. Ken je dat?

Schatkamer vol vruchten
Voor mij ging het licht schijnen op van wie deze vruchten kwamen. Ik neem je even mee in mijn denkproces: de vruchten komen dus van de Geest, de Heilige Geest, Gods Geest. Dus van God zelf. De volgende vraag was: als deze vruchten van God komen, wat zegt dat dan eigenlijk over wie God is?
Al lezend ontdek ik dat de vruchten van de Geest mij vertellen over Gods karakter. Hij is goedheid, Hij is vriendelijkheid, Hij is liefde en ga zo maar door. Ik ben onder de indruk dat Hij al deze vruchten ‘is’. Nog een stapje verder: als Hij in mij woont, met wie Hij is, Zijn karakter, dan ligt er dus in mij een schatkamer vol vruchten om ‘op te eten’, in gebruik te nemen en uit te delen.

Schatzoekend ga ik me verder verdiepen in wie God is en voor mij (en voor jou) wil zijn.

Minja van Wieren

Uit Gemeenteblad Cifrah - maart 2021